Er zijn gebouwen waar ik langs loop zonder een blik waardig te keuren, andere gebouwen bekijk ik graag. Sommige gebouwen hebben een bepaalde bekoring, gefascineerd dwaal ik daar graag rond. Uitleggen waardoor ik gefascineerd raak kan ik niet. Soms is het de bouwstijl, soms het interieur, soms de geschiedenis. Soms in de schaduw van een grootse kathedraal een kerkje van ongekende schoonheid (bijvoorbeeld de “Helga Trefaldighets kyrka” in Uppsala Zweden om eens wat niet Nederlands te noemen, ja, soms kom ik nog eens ergens). Alkmaar heeft de prachtige Grote of Sint-Laurenskerk met de wereldberoemde orgels van “Van Covelens en Van Hagerbeer/Schnitger”. De St. Laurentiuskerk, een zeer mooi gebouw van Pierre Cuypers met een zeer geslaagd orgel van Pels. De Lutherse kerk, de waag, de Cadettenschool en meer als ik zo door Alkmaar slenter.
Zo ook de Kapelkerk, een beetje verstopt tussen de gebouwen. Aan de zuid- en westzijde ziet het gebouw er imposant uit. Speksteenlagen in de buitenmuur en vensters met spitsbogen, gotiek. Maar het noordelijk transept of noordelijk deel (zichtbaar vanaf het Verdronken Oord) is sober van aard, een geheel andere stijl. Zo ook het torentje, een echte toren heeft de Kapelkerk niet, in deze sobere stijl. De lege beeltenis boven het westportaal verraadt dat de Kapelkerk oorspronkelijk voor de Rooms-katholieke eredienst was. Dat verteld ons dat het noordelijkdeel van na de reformatie is. De geschiedenis laten we even voor wat het is. Erg benieuwd hoe deze twee sterk verschillende stijlen samenkomen in het interieur.
Eenmaal binnen valt de eenheid op, met toch zeer kenmerkende verschillen. De spitsbogen in het gotische deel en de noordelijke vensters. Het dak van de zuid(hoofd)beuk is geheel afwijkend, doet wel denken aan de periode na de barok, heel strak. Het meer traditionele gewelf van de zijbeuk. En toch voelt het als eenheid aan, een gebouw waarin ik mij thuis voel.
Wat opvalt is de mooie preekstoel. De preekstoel is uit 1762 en geschonken door de buurvrouw van de kerk omdat haar huis tijdens de grote stadsbrand van 1760 is gespaard. Dat verklaart denk ik ook de coherentie van het interieur, het stamt allemaal van na deze gebeurtenis. De preekstoel heeft mooi snijwerk en 5 weergaven op de panelen. Verder is de kerk rijk; een galerij, een herenbank, enkele lezenaars en ongetwijfeld nog meer moois zoals de mooie tegeltjes in de noordmuur. Het glas-in-lood is modern, onderaan deze pagina een raam wat u als bezoeker niet gauw zult vinden. De kerk is zeer de moeite waard om eens te bekijken tijdens een open kerk of voor/na een concert.
Verder heeft de kerk nog een reden van mijn bezoek. Een van de Müller orgels uit de achttiende eeuw. Van de (ik dacht) 7 grotere Müller orgel heb ik even op 4 daarvan mogen spelen, blijven het Amsterdamse Vater-Müller orgel, de Walenkerk en de Oude Bavo nog op het verlanglijstje staan. De Müller-orgels hebben wel iets speciaals. Het Christiaan Müller orgel in de Kapelkerk is een van de Noord-Hollands juwelen uit het orgellandschap. Zowel voor de speler als de luisteraar. Want de akoestiek is eveneens mooi.
De Prestanten van het boven- en hoofdwerk hebben beiden hun eigen karakter, maar met dat typische geluid waarna je kunt blijven luisteren. Het prestantenkoor is helder en dragend, met dat zilveren randje en het plenum is helder. De Sexqüialter wil maar een ding en dat is met zilveren stem het verhaal van de organist vertellen. Zo ook de zeer fraai uitgevallen Cornet die graag de boventoon spreekt. Voor een iets ingetogen verhaal is er een kwintfluit. Voor een poëtisch verhaal hebben wij de achtvoets labialen. De Gamba heeft een erg fraaie streek, deze laten begeleiden en met een Fluit soleren. De combinatie van de Gamba en de Holpijp is, ja dat kan ik niet uitleggen maar heel erg mooi.
De trompet heeft een gedeelde slede, dat schept wat extra mogelijkheden omdat het orgel geen vrij pedaal heeft. Oude Engelse muziek, denk aan de talloze trompet en cornet voluntaries (doorgaans zonder pedaal want dat kenden ze nog niet echt in Engeland), alsof ze voor het Müller-orgel zijn geschreven.
Voor de breedte is er de Bourdon 16, voor pedaalspel kun je deze al aardig vroeg trekken en kan samen met een achtvoet ook als zelfstandig pedaal dienen voor het bovenwerk. Het orgel heeft in totaal 6 achtvoet labialen, zelfs een Quint 6 wat een goede basis is voor diverse kleurwerk.
Ook heel mooi is de Prestant op het bovenwerk voor de begeleiding, op het hoofdwerk de Bourdon 16 en de Prestant 8 voor een duidelijk pedaal en soleren een octaaf hoger op het hoofdwerk. Beide Prestanten zijn in de discant dubbelkorig, geweldig hoe dan de stemmen door elkaar weven.
Er is nog meer moois te ontdekken op het orgel, de Dulciaan van het bovenwerk, de Gems- en Nachthoorn. U moet het zelf allemaal maar eens ervaren tijdens het concert. Er zijn regelmatig orgelbespelingen op de vrijdag. Frank van Wijk geeft op 29 augustus 2018 20.00 uur een concert. Zie voor de agenda AlkmaarOrgelstad. Het orgel wordt meestal ook bespeeld tijdens open dagen van de kerk, meer informatie op de website van de kerk.
() Peter Hengstman