Hoewel de temperaturen nog niet echt des winters zijn kan men met enige regelmaat wat lezen over de temperatuur van het orgel.
Middentoon, Gelijkzevende, Werckmeister, Kirnberger en andere varianten. De diverse opvattingen wanneer het orgel in het algemeen geen “Reyne Stemming” meer kreeg, hetzij door nieuwbouw dan wel door omstemming. De één oppert dat in de tijd van J.S. Bach middentoon al was verlaten, hoe anders Bach’s werken op orgel uit te voeren. De ander betwijfeld dat ten zeerste, immers van literatuurspel was pas vanaf 1800 sprake en vanaf 1850 meer gemeengoed (toen orgel literatuur meer in druk kwam, J.S. Bach werd pas weer door Mendelssohn op de lessenaar gezet, in Nederland overigens veel door Bastiaans).
Het omstemmen van een orgel is nogal wat, dat kan zomaar verkeerd aflopen. Zijn er in de 18e eeuw wel orgels in Werkmeister (1691 wohltemperierte) of Kirnberger opgeleverd? Ik weet het niet want ik heb hier geen studie in gedaan (ooit constructietechnologie [werktuigbouwkunde] gestudeerd, totaal wat anders) maar wel een heel interessant onderwerp. De stemming van het orgel in de 18e eeuw zegt uiteraard veel over het orgelgebruik en wat er zoal te horen was. Even het orgel bespelen was in die tijd niet mogelijk, immers de orgeltreders kom je niet even vragen. Gebruik van bladmuziek?… Dat zet je aan het denken.
Wel interessant is te bedenken, hoe een barok orgel zou klinken als deze van middentoon werd omstemd naar de gelijkzwevende temperatuur. Een barokorgel is wat rijker aan boventonen en zeker wat betreft de vulstemmen, een mooie zuivere terts wat de middentoon heeft zal een genot voor het oor zijn geweest. Met omstemmen naar gelijkzwevende temperatuur neemt de onzuiverheid toe, en hoe hoger de frequentie hoe onaangenamer. Wat zouden mensen van dat geschreeuw vinden? Het lijkt mij dan logisch dat het opleveren of omstemmen gepaard gaat met een dispositie wijziging met registers met een bredere klank, zonder de barokke vulstemmen. Op het internet vond ik een mooi artikel over middentoon.
Verder nog de discussies over in welke stemming een bepaald orgel tegenwoordig moet staan. Vele meningen en dito overwegingen. Wat is historisch verantwoord, wat betekend een bepaalde stemming voor de concertpraktijk? Je zult er maar aanstaan als orgelcommissie. Je kunt zelfs aan een Kellner (1976) stemming denken, uitstekend voor Bach naar het schijnt (volgens mij een paar orgels in Nederland, o.a. koororgel Bovenkerk Kampen). Een lijst met orgels niet evenredig gestemd.
Als luisteraar en orgelliefhebber heb ik uiteraard een mening, geheel gebaseerd zonder kennis van de geschiedenis wat betreft de temperatuur. Deze is ondertussen wel bijgesteld, met name na het beluisteren van diverse historische orgels in Duitsland die een “Reyne Stemming” hebben, wat amateuronderzoek en een overtuigend betoog over de temperatuur. Hoe het in vroegere jaren is geweest kan ik niet vertellen, er zal wel een keer consensus komen. Ondertussen een mooi onderwerp om bij stil te staan en ons te laten informeren door de specialisten op dat gebied. Zelf houd ik ervan om te luisteren, de combinatie; orgel, temperatuur, compositie, improvisatie, uitvoerende. Luisteren en weten wat je hoort, een ongekende rijkdom. Als de beroemde stuurman aan wal (ik heb ook ooit de zeevaartschool doorlopen) kan ik veel zeggen, maar dat laat ik, laat de organist maar spreken met klank van het orgel (het orgel spreekt namelijk niet).
Een persoonlijke noot,
Peter Hengstman