Veldslag bij Ruïnekerk Bergen

Op een typische vrijdag in de herfst richting Bergen. Onderweg zat het weer niet mee, wat kan er een water vallen. In Bergen aangekomen was het droog en weinig meer is nodig voor een korte wandeling. Bergen kent een bewogen geschiedenis. Het ontstond rond een kapel. Het Mirakel van Bergen. In 1422 werd de kapel vervangen door een kerk welke later werd uitgebreid tot een driebeukige hallenkerk. Dit was nodig om alle pelgrims te kunnen ontvangen. Tijdens de tachtigjarige oorlog op 21 februari 1574 werd de kerk geplunderd en verwoest door de Geuzen. In de jaren die volgden (1597 gereed) werd alleen het koor herbouwd. In 1594 kwam een deel gereed, dit jaartal prijkt hoog boven de preekstoel. Tijdens de “Slag om Bergen” in september 1799 (De vergeten oorlog, Frans-Bataafse overwinning op de Britten en Russen die de Bataafse Republiek (in N-Holland) waren binnengevallen) werd er hevig gevochten rond de kerk. De kogelinslagen zijn nog zichtbaar.

Noordmuur binnen

De muurrestanten, buiten, zijn stille getuige van de voormalige kerk. Hieraan ontleed de kerk haar naam; “Ruïnekerk”. Tegenwoordig een mooi decor, voor festiviteiten of gewoon een wandeling.

Frank van Wijk, organist van de Ruïnekerk, vertelde over de geschiedenis van de kerk. De bijzonderheden die u kunt bekijken tijdens een concert. In de periode van 1955-1961 is de kerk gerestaureerd. De kerk werd toen ook met 1 travee vergroot naar het westen. Nu kreeg het 17e -eeuwse eiken houten hek met Korintische pilaster voor de grafkelder van de familie Van Nassau-Bergen weer een zichtbare plek in de kerk. Bovenop het hek heeft vroeger waarschijnlijk een wapen gepronkt, alle kans dat deze in de Franse tijd is verwijderd. Op een van de 17e -eeuwse herenbanken is het wapen (Heer van Bergen; Bergen was een heerlijkheid) nog zichtbaar. Onder de houten vloer vond men tijdens de restauratie restanten van de oude kerkvloer; deze bijzondere mozaïek vloer is gereconstrueerd. Het verlaagde plafond werd verwijderd, stukjes van de oude beschildering werden zichtbaar. Nu is het hele gewelf prachtig geschilderd in deze stijl. Opvallend zijn verder de gebeeldhouwde 15e -eeuwse kraagstenen, zogenaamde fratskoppen die zo uit een schilderij van Jeroen Bosch of Pieter Breughel lijken te zijn weggelopen. Naast de 18e -eeuwse preekstoel is een gotische nis in de muur zichtbaar. In de pre-reformatorische periode door de priesters gebruikt.

Wat ik niet wist maar later las, en dus een mooi excuus om Bergen weer eens te bezoeken, is dat in de Zuidmuur een kerf is te zien op een hoeksteen. In de middeleeuwen werd hier gruis uit de muur gekerfd dat thuis werd gedronken in een beker water tegen de pest.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Kruse-orgel

Het Kruse-orgel uit 1886 kwam oorspronkelijk uit een andere kerk: de Hervormde Kerk te Koog a/d Zaan. Bij plaatsing in 1913 is het uitgebreid met een tweede klavier. In 1960 is het orgel gerestaureerd en vergroot: de hoofdkas kreeg een onderbouw met daarin de klaviatuur, tractuur en windvoorziening. Ook werd bij die gelegenheid een Rugwerk en vrij Pedaal toegevoegd. Bij de restauratie is met uiterste zorg voor details te werk gegaan. Geen spijkers en schroeven maar houten verbindingen. Het pedaalwerk is achter het orgel geplaatst. De rugwerkkas kreeg een niet alledaags uiterlijk: de zijtorens zijn hoger, dit op verzoek van de toenmalige restauratie-architect Royaards. In 1985 is de Dulciaan 4 (Rugwerk) een 8 geworden en de Quintadeen 8 op het pedaal vervangen door een Open Fluit 8. In 1994 is een herintonatie uitgevoerd, hoofdzakelijk om het pijpwerk uit 1960 in klankgeving beter te laten aansluiten bij het oude pijpwerk van Kruse. Bij een onderhoudsbeurt in 2010 is de Quint 1 1/3 vergroot tot 2 2/3. In 2017 is een tremulant aan het Rugwerk toegevoegd. Hiervoor werd een reeds aanwezige loze registerknop gebruikt. Deze knop was kennelijk niet gereserveerd voor een extra stem, want op de rugwerklade ontbrak de ruimte: deze was, conform het bestek, in 1960 volgebouwd! Leuk detail is dat in de kast nog de namen aanwezig zijn van de orgeltreders die destijds tijdens de ingebruikname in 1886 ‘wind gemaakt hebben’. Genoeg over de orgel geschiedenis, de luisteraar gaat het om de klank. Maar schoolklassen moesten eens een dergelijke vertelling horen. Frank is een boeiend verteller, in korte tijd wordt je meegenomen op een reis door de tijd in Bergen. Misschien speelt hij dan ook het “Sonata qui représente la Bataille de Bergen” van C.E. Bach (transcriptie door Frank) om de geschiedenis uit te beelden.

Gewelf

Frank demonstreerde met Walthers partita’s “Jesu meine freude” diverse registers en combinaties daarvan. De vroeger sterk spuckende Prestant 4 (uit 1960) van het rugwerk heeft nu wat te vertellen, een zeer sprekend register. De Prestant 8 is mooi warm en karaktervol. De Trompet (1960) had een ‘oude’ kunnen zijn. De Dulciaan met of zonder tremulant mooi uitkomend. Het Prestantenkoor is helder van klank. Uiteraard kan een stukje Bach niet onderbreken. Hierbij dachten wij terug aan 2014 met “Bach anders bekeken” samen met Kees van Eersel, Tjeerd van der Ploeg en Willem Poot in Purmerend.

Uiteraard mocht ik ook het orgel verkennen. Helaas geplaagd door RSI klachten, soms doet een hand na lange inspanning niet meer wat ik wil in de finesses. Klinkt Barok wat moderner 😊
Böhm’s 1e partita ‘Ach wie nichtig, ach wie flüchtig’, met Prestant 8 en Trompet als start. Waarlijk een mooi tongwerk. Bij de herhaling de Octaaf 2 erbij. Aansluitend de 2e partita met slechts de Fluit 4. Wat al eerder was opgevallen, de mooie akoestiek. De klanken verstillen heerlijk in de ruimte. De speelaard van de klaviatuur is voortreffelijk wat een aangename connectie geeft met het instrument.
Uiteraard staat ook het koraal “Gott sei gelobet und gebenedeiet” van Scheidemann op de lessenaar. Op het rugwerk met 8,4,3,2 spelend en het hoofdwerk gekoppeld aan het pedaal voor de trompet als cantus firmus in het pedaal met de eigen 16 en 8 voet. Klinkt wonderwel in balans.
Met de beide 8 voets fluiten Reger’s 67-37 “Straf mich nicht in deinem Zorn”, een keer zonder en een keer met tremulant. Diverse kleintjes van Reger, wat uit opus 79b, Böhm, Pachebel, … de Dulciaan uitkomend, de tremulant heeft een mooie slag. De fluiten hebben karakter en het orgel nodigt uit tot het spelen van diverse stijlen.
Het orgel heeft geen veelheid aan 8 voeten, slechts 2 tongwerken, maar de stemmen die het rijk is hebben wat te vertellen!

Tot kijk bij een volgend orgel,
() Peter Hengstman