Gaande langs de weg van Amsterdam naar Hoorn (N247) zien wij in de verte regelmatig een toren opkomen. Korte tijd verder zien wij ook de kerkgebouwen, groot, als een stenen wachter. Alsof zij al eeuwig over ons waken. Onverschillig voor Boreas, Euros, Zephyros en Notos, iedere ochtend een knipoog gevend aan hun moeder Eos maar wakend over ons. De Broekerkerk, de Grote Kerken van Monnickendam, Edam en Oosthuizen, monumenten van ons menselijk kunnen. Nee, wees gerust geen lyriek van Erato.
Deze kerken bezoek ik regelmatig, deels door mijn bestuurlijke bemoeienissen binnen de Orgelkring Waterland, maar ook een regulier zomers bezoek. De ruimten geven mij rust maar ze verbazen mij ook, de constructie van het gebouw, het gewelf,….. Voorbij Broek gaande op de Jaagweg, in de verte, de Monnickendammer Grote Kerk.
Aangekomen kun je niet om de toren heen, imposant aan De Zarken. Maar het valt op dat het bovenste deel soberder is. Het bovenste deel van de toren is van na de reformatie. De bouw van de kerk ving eind 14e eeuw aan en het laatste deel kwam half 17e gereed. Voordat ik naar binnen ga maak ik nog even een foto van de noordingang. Een dubbel ingang met daartussen een later gebouwde kosterij in afwijkende renaissancestijl (1626).
Bij binnenkomst valt direct op hoe licht het in de kerk is, er zijn geen gebrandschilderde ramen. De reden is heel eenvoudig, de Grote Kerk is gevrijwaard van brand, dus niemand hoefde met de ramen te pronken. Op mijn gemak loop ik door de kerk om het interieur te bekijken. Rechts aan de westwand pronkt het zwaluwnestorgel. Maar eerst bekijk ik de preekstoel (1695), een dikke honderdjaar geleden geplaatst en stond oorspronkelijk in Winschoten. De preekstoel is omgeven door een ‘traditioneel’ hek. Hier staat ook het doopvont uit de 13e eeuw met afbeelding van man, vrouw en roos.
Monnickendam mag zich gelukkig prijzen, rond de pilaren staan de herenbanken uit de 17e eeuw. In de Franse tijd (eind 18e eeuw) werd veel wat riek naar het feodaal verleden verwijderd. Vele wapens op de zerken zijn verwijderd maar niet de banken. In een van deze banken aan de noordzijde zit ik graag te luisteren naar het orgelspel.
Om de weg naar het koor kijk ik naar het gewelf, het plafond wordt geaccentueerd door vele rozetten, de meesten in bloemmotief maar een klein aantal heeft een afwijkend motief. Maar vooral het zeer oude koorhek (16e eeuw) en houten toegang (18e eeuw) trekt de aandacht. Zeer fraai houtsnijwerk met draken, duiveltjes, leeuwen, rozetten en meer. De wand van het koor aan de binnenzijde is verfraaid met vele wapens en afbeeldingen. In het koor staat geen altaar meer, de oude altaarsteen staat elders in de kerk, nu staat er een ‘koororgel’. Kun je niet wachten om de kerk te bezoeken, dat kan ook virtueel, kijk maar.
Het Schotse orgel van vermoedelijk James Bruce heeft een afwijkende klank dan wat in Nederland gebruikelijk is. Het heeft 2 klavieren, waarvan het swell (een deel van het pijpwerk staat in een zwelkast) een verkort klavier heeft met ‘neptoetsen’. Het hoofdwerk heeft wat meer toetsen dan tegenwoordig gebruikelijk in de bas. Met het eenvoudige ‘Vater unser’ van Johann Krieger heb ik afzonderlijk de Open en Stopped Diapason gebruikt. Beiden mooi vol van klank. De Open Diapason heeft een bredere klank en sommige pijpen spreken wat later aan tot volle toon wat het orgel veel karakter geeft en recht doet aan dit mooie koraal. Een heerlijk instrument en in de beslotenheid van het koor erg leuk. Met de 11 registers die het orgel rijk is kan het orgel fraai van zich laten horen of beter gezegd dan kan de organist van zich laten horen! Deze zomer op 4 woensdagmiddagen is het orgel concertant te horen, solistisch en samen met andere muzikanten. Zie onze orgelfolder.
Langzaam loop ik weer richting het Grote Orgel, een mooie orgelkast in een model wat wij niet veel zien. Je vraagt je af waar de speeltafel zich bevindt. Tijdens veel concerten hier heb ik mij altijd weer verbaasd over de klankrijkdom van het Gerstenhouwer-orgel (1780). Boven bij de speeltafel eens uitgezocht, het kleurenpallet waar dit orgel over beschikt. Door de plaats van de speeltafel (onder het orgel achter het middelste ‘nestje’ onderaan vanuit de kerk gezien) is de klank voor de speler indirect en vertekend, gelukkig bieden kleine monitor speakers enig soelaas.
Beide manualen hebben de beschikking over een rijkdom aan registers. Het Prestantenkoor is mooi helder van klank, een rijk plenum. Met de 1 voet erbij krijg je dat sprankelende zilveren geluid. Het bij registreren van de Prestant 16 geeft een mooie diepte aan de klank. En dat is alleen het hoofdwerk! Ook het bovenwerk heeft een eigen Prestantenkoor, iets zachter maar met een eigen karakter. De Prestant 8 van het bovenwerk en hoofdwerk alleen is al erg mooi, beiden uiteraard met het eerder genoemde ‘Vater unser’ beluisterd. De Fluiten zijn vol van klank, de Dwarsfluit soleert graag zo ook de Prestanten en de Vox. Wat ik ook erg mooi vond was op het bovenwerk 3 achtvoeten, de 3 viervoeten en de 2 tweevoeten. Op het pedaal 18,8 gekoppeld aan het hoofdwerk met de Prestant 16 en Prestant 8 (geen tongwerken) en dan het koraal “Gott sei gelobet und gebenedeiet” van Scheidemann met de cantus firmus in het pedaal en de begeleiding op het bovenwerk. Heerlijk het diepe geluid van de melodie in de bas. Beide werken hebben een Sesquialter verrassend verschillend even geprobeerd met Böhm’s 2e partita ‘Ach wie nichtig, ach wie flüchtig’, mooi sprankelend. Op het hoofdwerk ook een Quinta 6 (Discant), een Quintina II en ……… en dan nog de trompetten. Tijdens de restauraties is het pijpwerk uitgebreid onderzocht. Het orgel bevat veel ouder pijpwerk, van het eerste orgel (Covelens, 1525) en diens uitbreiding (Hagerbeer, 1640), mooi verwoord in een artikel op orgelnieuws. Ik zou zeggen kom een concert bijwonen om te genieten van de klankrijkdom van dit orgel, zeer de moeite waard.
Het orgel is concertant te beluisteren; Woensdag 9 augustus 20.00h, Orgelconcert door Henk Verhoef; 1 oktober en 5 november 15:30, een Bach-concert door het Nicolaas Consort en Kamerkoor PA’dam o.l.v. Maria van Nieukerken – Wim Dijkstra orgel
Lees meer over de grote kerk op hun website.
Wim Dijkstra bespeelt ‘zijn’ orgels in de Grote Kerk Monnickendam
() Peter Hengstman, tot ziens bij het volgende orgel