Over een kleine 2 weken, op 26 juli 20:00, geeft Tjeerd van der Ploeg een concert in de Grote Kerk van Edam. Zijn programmatoelichting is te mooi om niet te delen. Onderaan deze toelichting staat een kleine foto met het programma, als u er op klikt krijgt u een vergrote versie. Website organisator van het concert.
Programmatoelichting.
Het programma van vanavond biedt een podium aan twee grootmeesters uit de vroege barok: Francisco Correa de Arauxo en Girolamo Frescobaldi. Beide exacte tijdgenoten, beide vernieuwers in hun métier, beide in hun tijd geniaal organist en componist en toch beide slechts ten dele bekend bij het (grote) publiek.
Francisco Correa de Arauxo, zeker de minst bekende van de twee, groeide op in de tijd waarin de schilder Velázques geraffineerd werkte met licht en schaduw, de tijd van Cervantes die met Don Quixote de wereldliteratuur verrijkte èn de tijd van de toneelschrijver Lope de Vega, wie kent zijn werk niet?
Onder de hete zon van de zuid-Spaanse stad Sevilla werkte Francisco Correa de Arauxo, altijd overhoop liggend met de kapittelheren, als organist van de Colegiate de San Salvador, een kerk die lange tijd moskee was. In de muziek van Correa horen we een vermenging van Christelijke en Moorse elementen. De titel van het werk dat hij in 1626 liet publiceren luidt :
Libro de tientos y discursos
de música práctica, y theórica de órgano
intitulado Facultad Orgánica

Smit-orgel Edam
In de zeer uitgebreide theoretische verhandeling die aan de 69 Tientos voorafgaat komen aspecten als vingerzetting, de modi (kerktoonsoorten), tempoaanduidingen, versieringen en nog veel meer, aan de orde. (Ter vergelijking, van Sweelinck bleef geen letter bewaard). Correa verdedigt zijn gedurfdheden zoals het schrijven van parallelle secundes, septiemen en nonen, en het voor die tijd unieke gebruik van antimetrische figuren zoals quintolen, septolen. Én een beschrijving van een fenomeen dat in zijn werk veel voorkomt: de ayrezillo (letterlijk=wijsje). Het betreft het bij groepjes van drie noten subtiel verlengen van de eerste noot. In het programma van vanavond zal dit hier en daar hoorbaar zijn.
De Tientos werden niet genoteerd in noten maar in cijferschrift zoals in die tijd in Spanje gebruikelijk was. Een tiento (van ‘tentar’ = proberen,onderzoeken) is een veelvoorkomende benaming van een muziekstuk, de betekenis is verwant aan die van het Italiaanse ricercare (vgl. rechercher=onderzoeken).
Het is een titel die vele ladingen dekt. Van uitbundige tot introverte stukken.
Een groot aantal tientos is geschreven voor gedeelde registratie (medio registro) waarbij de rechterhand een solo speelt (aangeduid als Tiento de medio registro de tiple of ‘mano derecha’) of waarbij de linkerhand soleert ( aangeduid als Tiento de medio registro de baxon of ‘mano izquierda’). Vanaf ongeveer 1560 werden orgels met gedeelde registers gebouwd waarbij de deling lag tussen c en c#.
Toont Correa zich als een uiterst strenge leermeester in zijn Facultad, de toon van zijn Italiaanse collega Girolamo Frescobaldi is een en al vriendelijkheid en welwillendheid.
Het culturele klimaat in Italië was werkelijk overweldigend met kunstenaars als Michelangelo, Dante, Petrarca en de alleskunner Leonardo da Vinci. Namen die een hele wereld oproepen.
Frescobaldi was organist van de Sint Pieter in Rome. Hij biedt in zijn muziek de speler de keus tussen orgel of clavecimbel zoals te lezen valt in de titel van het werk waaruit vanavond een aantal stukken gespeeld wordt:
Il secondo libro di toccate, canzone, versi d’hinni, magnificat, gagliarde, correnti et altri partite d’intavolatura di cimbalo et organo di Girolamo Frescobaldi, organista in S. Pietro di Roma (1637). De Tientos van Correa daarentegen zijn uitdrukkelijk voor orgel bedoeld.

Girolamo Frescobaldi
Bij Frescobaldi geen onuitputtelijke bron van informatie maar een vriendelijk Al lettore (aan de lezer) waarin hij in kort bestek enige uitleg geeft.
Het belangrijkste is dat de speelaard, zoals bij de moderne madrigalen, niet teveel onderworpen is aan de tactus (slag). Soms speel je snel, dan weer langzaam afhankelijk van de expressie of betekenis van de woorden.
Bij cadenzen en voor het slot moet men sterk teruggaan in tempo. Deze raadgevingen zijn vooral van toepassing op de toccata’s. Bijzonder is ook de opmerking van Frescobaldi dat de toccata’s niet alleen rijk zijn aan passaggi en versieringen maar dat men de afzonderlijke delen ook los van elkaar kan spelen en (bij een cadens) naar believen kan afsluiten zonder tot het eind te hoeven doorspelen.
Dit staat alles staat wel mijlenver af van de esthetiek van Correa…
Bleef de kunst van Correa geïsoleerd binnen de Spaanse grenzen, Frescobaldi daarentegen heeft grote betekenis gehad voor de ontwikkeling van met name de Stylus Fantasticus in het Duitse repertoire tot en met Bach en zelfs daarna.
© 2017 Tjeerd van der Ploeg